ALGEMENE SPELREGELS TOUWTREKKEN.
1. De spelregels van de T.T.O.Drenthe zijn deels aangepast aan de spelregels van de N.T.B.
2. Iedere ploeg dient een kwartier voor het begin van de wedstrijd aanwezig te zijn, voor en tijdens de wedstrijd mag geen alcohol worden genuttigd, totdat door de wedstrijdleiding de wedstrijd beëindigd is verklaard.
3. Beslissingen van de scheidsrechter, bij het toepassen en uitvoeren van de spelregels tijdens de wedstrijden, zijn bindend.
4. Spelers zijn verplicht de aanwijzingen van de wedstrijdleiding stipt op te volgen.
5. Van iedere ploeg wordt verwacht dat men na het oproepen door de speaker zich direct gereed maakt voor de trek.
6. Ieder team is verplicht op verzoek van de wedstrijdleiding de touwtrekschoenen te laten controleren. Indien tijdens de wedstrijd blijkt dat spelers van een team schoenen dragen welke niet voldoen aan de voorschriften, volgt diskwalificatie van het betreffende team.
7. De scheidsrechter kan een speler bij wangedrag van het veld sturen.
8. De scheidsrechter kan bij gebruik van godslasterlijke taal door een speler, coach of verzorger het betreffende team een waarschuwing geven.
9. Op het touw mogen geen hulpmiddelen worden aangebracht. De hulpmiddelen magnesium en zaagsel zijn op de handen wel toegestaan.
10. Het touw moet voortdurend gespannen zijn en mag niet worden ingepalmd.
11. In het touw mogen geen knopen of lussen worden aangebracht en ook mag het touw niet worden afgeklemd tegen enig lichaamsdeel van een lid van het team.
12. De ankerman mag het touw in de zgn.”Ankermansgreep” hebben, het uiteinde van het touw moet daarbij los blijven hangen van onder de oksel.
13. Na het commando TREKKEN . . . . . . NU moeten de spelers zich voortdurend in touwtrekhouding bevinden.
14. De verliezende partij mag het touw niet plotseling loslaten.
15. Bij zichtbaar letsel mag een beschermend verband worden aangebracht.
16. Vóór de wedstrijd mogen geen gaten of gleuven worden gemaakt, bij aanvang mag slechts éénmaal gehakt worden.
17. Spelers mogen niet opzettelijk gaan of blijven liggen of zitten.
18. Behalve de scheidsrechter mag tijdens de wedstrijd alleen de coach aanwijzingen geven aan het team.
19. Tijdens de wedstrijd is het niet toegestaan door de overige leden het wedstrijdveld te betreden.
20. Bij aanvang van de wedstrijd gebruikt de scheidsrechter de volgende termen: Klaar aan beide zijden? - Pak op het touw - Strekken - Trekken . . Nu!
21. De wedstrijdbaan bevindt zich tussen de linten.
22. Bij aanvang van de wedstrijd is de rode touwmarkering op gelijke hoogte met de middenlijnmarkering van het terrein.
De spelers moeten achter de blauwe touwmarkering staan opgesteld.
23. Tijdens de wedstrijd kan de scheidsrechter aanwijzingen en waarschuwingen geven.
24. Bij het geven van aanwijzingen wijst de scheidsrechter de betreffende speler of spelers aan.
25. Een trekbeurt is gewonnen, indien de scheidsrechter aan de hand van de touw- en terreinmarkeringen heeft vastgesteld, dat het touw 4 meter is verplaatst.
26. Indien aanwijzingen van de scheidsrechter niet worden opgevolgd of indien één van de spelregels wordt overtreden, geeft de scheidsrechter een waarschuwing aan het betreffende team.
27. Bij het geven van een waarschuwing wijst de scheidsrechter het betreffende team aan en geeft met het aantal vingers aan: EERSTE c.q. TWEEDE waarschuwing.
28. Bij het geven van de DERDE waarschuwing is de trekbeurt verloren voor het gewaarschuwde team.
29. Indien beide teams gelijktijdig de derde waarschuwing krijgen, geeft de scheidsrechter d.m.v. het kruisen van de armen NO-PLAY aan en fluit af. De trekbeurt wordt dan direct vanaf het beginpunt hervat, zonder dat de teams verzorging hebben gekregen.
30. Indien bij NO-PLAY een team de trekbeurt niet direct hervat, of het team vóór de hervatting verzorging heeft genoten, volgt diskwalificatie van het betreffende team.
31. Bij diskwalificatie van een team is de trekbeurt voor het gediskwalificeerde team verloren.
32. Bij calamiteiten, zulks ter beoordeling aan de wedstrijdleider, is deze ten alle tijde bevoegd NO-PLAY te fluiten, zonder vooraf 2 waarschuwingen te geven.
33. Een ploeg mag eventueel de wedstrijd voortzetten met min. 5 pers.
34. Elke ploeg wordt geacht na iedere getrokken wedstrijd de tegenpartij de hand te geven.
35. Puntentelling: per gewonnen trekbeurt wordt één punt toegekend.
36. Bij niet aanwezig zijn of weigering van het trekken van een trekbeurt volgt diskwalificatie van het betreffende team.
37. Bij onreglementair wisselen volgt diskwalificatie van de gehele ploeg voor de avond.
38. Na afloop van de wedstrijd dient er minstens 1 persoon van de ploeg aanwezig te blijven tot na de prijsuitreiking.
39. De prijsuitreiking zal binnen een tijdslimiet van 30 min. na het beëindigen van de wedstrijd plaatsvinden.
40. In alles, waarin deze spelregels niet voorzien, beslist het bestuur van de T.T.O.Drenthe.
O V E R T R E K K E N
Bij gelijk eindigen van 2 ploegen gaan deze 1 keer overtrekken om een plaats voor de avond.
Bij gelijk eindigen van 3 ploegen gaan deze tossen om het staande nummer (C), de overige zijn A en B, en gaat onderstaand schema in werking, om tot een beslissing te komen.
Ook hier gaat men maar 1 keer trekken.
Ploeg | Ploeg | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
A | B | C | A | B | C | ||
trek 1 | 1 | 0 | 0 | 1 | |||
trek 2 | 1 | 0 | 1 | 0 | |||
trek 3 | 1 | 0 | 1 | 0 | |||
Uitslag | 1e | 2e | 3e | 2e | 1e | 3e | |
Ploeg | Ploeg | ||||||
A | B | C | A | B | C | ||
trek 1 | 1 | 0 | 0 | 1 | |||
trek 2 | 0 | 1 | 0 | 1 | |||
Uitslag | 2e | 3e | 1e | 3e | 2e | 1e |
TOUWTREKKEN IS EEN SPORTIEVE SPORT.
LATEN WE DIT ZO HOUDEN !